STEUN DE DIEREN WAAR NIEMAND ANDERS ZICH NOG OM BEKOMMERT!
DIER EN PROJECT
BPRC Rijswijk

BPRC Rijswijk

Biomedical Primate Research Centre

Het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) is het grootste primatenonderzoekscentrum in Europa. Het doet biomedisch en pre-klinisch onderzoek. Het centrum is gevestigd in Rijswijk en er werken ongeveer 110 mensen. Het BPRC wordt gefinancierd door de Nederlandse overheid. Verdere inkomsten worden verkregen door financiering van onderzoeksvoorstellen door internationale overheidsinstanties en liefdadigheidsinstellingen.

Ontstaan

Het BPRC was oorspronkelijk een onderdeel van TNO, maar op 7 december 1994 werd het toenmalige TNO Primatencentrum een zelfstandige stichting.

Dierproeven

In totaal zijn er circa 1300 resusapen en klauwaapjes gehuisvest in het BPRC. Er vindt onder andere onderzoek plaats naar aids, hepatitis, tuberculose, auto-immuun ziekten zoals reuma. 

Proeven op mensapen

In het najaar van 2003 kondigde Nederland een wettelijk verbod af op het gebruik van mensapen als proefdieren bij biomedisch onderzoek. Voor de chimpansees die nog werden gehouden bij het Biomedical Primate Research Centre moest een goed onderkomen worden gevonden. De chimpansees zijn uiteindelijk herplaatst bij AAP in Almere, een dierentuin en Safaripark De Beekse Bergen.

Media-aandacht

In een televisie-uitzending van Willibrord Frequin in 2001 werden schokkende beelden getoond van resusapen in kooien die als proefdier vastzitten in het BPRC. Honderdduizenden tv-kijkers zagen de beelden. Het binnenvallen van Willibrord Frequin met zijn cameraploeg zorgde voor veel stress en paniek bij de apen. Willibrord Frequin weigerde hier achteraf zijn excuses voor aan te bieden.

Begin 2002 was er weer media-aandacht voor het BPRC. De actualiteitenrubriek NOVA besteedde aandacht aan het BPRC als dierproefcentrum. Twee oud-medewerkers van het centrum gaven aan dat de manier waarop hun voormalige werkgever met de apen omgaat onacceptabel is. Volgens het oud-hoofd van de operatiekamer, die dertig jaar in het centrum werkte, en de oud-dierenarts, die er twintig jaar werkte, zouden de apen overbelast worden met aanhoudende onderzoeken. Stress en slechte huisvesting zijn niet alleen slecht voor de apen, maar benadelen ook de kwaliteit van het onderzoek.

In 2005 verscheen het boek De slag om de chimpansees van journalist en auteur Patrick Meershoek dat een terugblik gaf over de omgang met chimpansees als proefdieren.

Controverse 

Dierenrechten

Tegen dierproefonderzoek is veel maatschappelijke weerstand. Tegenstanders wijzen op het welzijn van dieren en gevaren van dierproeven. Het BPRC wordt regelmatig geconfronteerd met activisme door groepen die pleiten voor een verbod op dierproeven. Verschillende actiegroepen hebben campagne gevoerd tegen het BPRC. Sinds begin 2008 is het BPRC doelwit in een internationale campagne tegen de apenhandel. Ook zakenpartners van het BPRC zijn doelwit van acties. Deze zijn vooral gericht op ABN AMRO. Ook Safari Park De Beekse Bergen, dat nauwe banden heeft met het BPRC, werd getroffen door acties.

Wetenschappelijke kritiek

Hoewel de Nederlandse wet bepaalt dat proefdieren alleen in een experiment mogen worden gebruikt als er geen alternatief voorhanden is, bestaat er tegen dierproeven maatschappelijke weerstand. In 2006 kwam een onafhankelijke werkgroep onder leiding van David Weatherall tot de conclusie dat er wetenschappelijk gezien sterke argumenten zijn om biomedisch onderzoek, waarbij primaten (maar geen mensen) gebruikt worden, op specifieke terreinen voort te zetten.

Het gebruik van mensapen in biomedisch onderzoek is door verschillende wetenschappers sterk bekritiseerd. Nadat proeven met mensapen in 2003 in Nederland verboden werden concludeerde de viroloog Jaap Goudsmit in 2005, in het eerdergenoemde boek De slag om de chimpansees, dat er in het hiv-onderzoek “geen enkel argument meer over (was) om de chimpansees te gebruiken”. Ook oud-medewerker van het BPRC Peter Bentvelzen meldde in dezelfde uitgave, dat het hiv-onderzoek bij chimpansees helemaal niets had opgeleverd.

Els heeft meegewerkt aan het tot standkomen van dit boek!

Apenvivisectie

Het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) in Rijswijk doet wetenschappelijk onderzoek en gebruikt apen als proefdieren.

Twee ex-medewerkers van het centrum zijn van mening dat de manier waarop hun oud-werkgever met de apen omgaat niet acceptabel is. Volgens het oud-hoofd van de operatiekamer, die dertig jaar in het centrum werkte, en de oud-dierenarts, die er twintig jaar werkte, zouden de apen overbelast worden met aanhoudende onderzoeken. Stress en slechte huisvesting zijn niet alleen slecht voor de apen, maar benadelen ook de kwaliteit van de onderzoek.

Apen als proefdieren zijn soms wetenschappelijk noodzakelijk, aldus de twee oud-medewerkers, maar de manier waarop het BPRC nu apen gebruikt, kan niet. De druk op het onderzoek is te groot, waardoor het wetenschappelijk doel ondergeschikt is aan het draaien van omzet.

De dood van de 28-jarige chimpansee Koen bij het BPRC, riep al veel vragen op over de omstandigheden rond zijn dood. Het centrum krijgt al jaren kritiek van buitenaf. Medewerkers van het centrum worden door actievoerders zelfs tot huis achtervolgd en belaagd. Volgens actievoerders aan de poort is het centrum een hel voor apen.

Nooit eerder werd het BPRC bekritiseerd door mensen die het bedrijf van binnenuit kennen.

Waarom wij NOOIT iets te maken willen hebben..

Met de Sophia Vereeniging

Het BPRC had al lang dicht kunnen zijn. Naast de chimpansees hadden nu ook alle andere apen bevrijd kunnen zijn uit deze apenhel, ware het niet dat de ‘dierenvrienden’ van de Sophia Vereeniging hier een stokje voor staken.

Op 17 oktober 2000, één dag voor het overleg met alle betrokken dierenbeschermingsorganisaties bij de CEECE-campagne, laat de Sophia Vereeniging zich onder druk zetten van de politiek en schenkt het noodlijdende BPRC op eigen houtje 25 miljoen gulden voor verbetering van de leefomstandigheden van de proefdieren.

Een keerpunt voor het instituut. In plaats van gedoemd tot afbouw vanwege het belabberde dierenwelzijn, is het in 1996 verzelfstandigde primatencentrum in één klap gered van het faillissement. Ook de politiek komt nu met 15 miljoen over de brug.

De CEECE-campagne, geïnitieerd door de Britse Janie Reynolds, kan haar beoogde scenario van sluiting van het gehele BPRC nu op haar buik schrijven. Nog voor het begin van de campagne is de met moeite gevormde coalitie van internationale dierenbeschermingsorganisaties al uit elkaar gespeeld. Van het ministerie van OC&W ontvangt de Sophia Vereeniging, nadat zij inmiddels zélf mikpunt is geworden van woedende dierenrechtenactivisten, een troostend bloemetje.

En natuurlijk zijn de mensen die toen verantwoordelijk waren voor deze gruwelijk dieronvriendelijke beslissing, wellicht vervangen door opvolgers. Blijft het feit dat de Sofhia Vereeniging eerst hun kapitale blunders tegenover deze apen moet herstellen en al het mogelijke moet doen en investeren om deze APENHEL alsnog te sluiten. Indien ze toen over 25 miljoen beschikte, doen ze dat nu wellicht weer, die kunnen ze mooi investeren in dit doel!

En dat te bedenken dat de Sofhia Vereeniging onlangs een campagne opstartte omdat Nederlandse huisdieren zo’n belabberd en eenzaam bestaan zouden lijden….

Het ware gezicht van dierentuinen

Toen in 2001 het besluit gevallen was dat er geen experimenten op chimpansees bij het BPRC in Rijswijk meer gedaan zouden worden, rees de vraag: ‘Waar gaan we nu met die 120 dieren naartoe?
Extra complicatie was dat een aantal dieren geïnfecteerd was met hiv – met dank aan het BPRC.

Er waren twee partijen die zich meldden: dat waren enige dierentuinen èn de stichting AAP: stichting Apen Adoptie en Protectie. David van Gennep van AAP maakte trouwens vanaf het begin deel uit van CEECE; hij speelt daarin een glansrol.
Van Gennep wilde de dieren deels huisvesten in Almere, deels in Zuid-Spanje. Hij heeft grotendeels zijn zin gekregen hoewel toch ook een aantal dieren in dierentuinen terecht is gekomen, o.a. in Hilvarenbeek, dat daardoor de grootste kolonie van ons land heeft: 30 chimpansees.

De rol van de dierentuindirecteuren, zoals Bert de Boer van Apenheul, is in het algemeen niet fraai te noemen – daar zal niemand van opkijken. Ik wil echter in het bijzonder even stilstaan bij de directeur van dierenpark Amersfoort, de in 2008 overleden Antoine van Daele. (1946-2008)

Van Daele was ruim zeven jaar directeur van de Efteling, voordat hij in 1997 in Amersfoort terecht kwam. Het pretpark bleef overigens trekken – deze ondernemer begon naast het Nederlandse dierenpark tegelijk aan de stichting van een pretpark in Slowakije. Plus een dierentuin natuurlijk. 
Amersfoort had destijds al 22 chimpansees en Van Daele stelde voor er nog maar eens 20 bij te doen. Daar was van Gennep tegen, o.a. wegens de fokprogramma’s. AAP wilde een rustige oude dag voor deze dieren. Van Gennep heeft het over een spagaat tussen dierenwelzijn en commercieel succes van dierentuinen. Ook in de Apenheul, zegt hij, moeten jonge gorillaatjes worden geboren, liefst rond Pasen (als Apenheul na de winterstop opengaat). Hij vindt dat chimpansees niet in gevangenschap horen te leven.

Dierentuindirecteuren van Apenheul en Amersfoort denken daar anders over. Van Daele gaf Van Gennep onderuit de zak: ‘Het goede doel van weleer – opvang en doorplaatsing van exotische huisdieren – is in Almere een middel geworden om de organisatie – met tientallen medewerkers op de loonlijst – in stand te houden. Daar worden de Rijswijkse apen voor gebruikt of misbruikt, zo u wil. Met de dieren haalt AAP miljoenen binnen.’

Over de met hiv besmette dieren zegt Van Daele tegen Patrick Meershoek dat de opvang daarvan in Almere de Ned. Staat de komende 25 jaar miljoenen euro’s kost. ‘Dat is een walgelijk bedrag.’ Hij vindt dat deze dieren maar afgemaakt moeten worden.

Ook de opvang in Zuid-Spanje vindt Van Daele niks. ‘Ik heb een huis op 25 km van het terrein van AAP. Het is ongeschikt voor de opvang van chimpansees.’

Nog in 2004 – drie jaar later – probeert Van Daele zijn zin te krijgen. Hij maakt dan gebruik van de smerige rol die de nieuwe CDA-politicus, Henkjan Ormel, speelt om zichzelf te profileren.

‘Kostbaar en dieronvriendelijk’, herhaalt Van Daele, ‘besmette dieren moeten worden afgemaakt’.

Gelukkig is dat niet gebeurd.
In datzelfde jaar 2004 liep het in zijn eigen dierenpark met de apen uit de hand. De kolonie mantelbavianen – het surplus uit het dierenpark Emmen – groeide aan tot ca. 70 dieren en dat kon Amersfoort niet meer aan. Aangezien alle dierentuinen ter wereld vol zitten met bavianen (fokprogramma’s!), besloot Van Daele dat er maar een aantal dieren, jawel ………….. afgemaakt moesten worden.
Door de commotie die dat opriep in den lande trok hij die woorden gauw weer in.

Voor Van Daele was het toen einde-oefening: hij vertrok als directeur “wegens onenigheid over het te voeren beleid”.

Hoe het met de bavianen afgelopen is weet ik niet: de dierentuin hult zich in stilzwijgen.

Menu